Geneesmiddelen in ontwikkeling ondergaan eerst testen op dieren voordat ze worden getest op mensen, met als doel hun toxiciteit en gedrag in het levende organisme als geheel te beoordelen. Indien het geneesmiddel giftig blijkt bij dieren, zal het niet verder worden getest op mensen. Aan de andere kant, als het veilig blijkt bij dieren, is de kans groot dat het wordt getest op mensen.
Helaas impliceert de veiligheid van een medicijn bij dieren niet automatisch dat het ook veilig is voor mensen. Patiënten die experimentele medicijnen gebruiken, worden vaak geconfronteerd met bijwerkingen die ernstig of zelfs dodelijk kunnen zijn.
In een recent artikel beschrijft Pandora Pound, lid van het Oxford Centre for Animal Ethics en directeur onderzoek bij de Safer Medicines Trust, situaties waarin dierproeven hebben geleid tot onjuiste conclusies over de veiligheid van medicijnen voor gebruik in klinische proeven op mensen, met soms tragische gevolgen. Hiermee benadrukt ze de veiligheidsproblemen voor patiënten die ontstaan wanneer we afhankelijk zijn van dierproeven om de veiligheid van nieuwe medicijnen voor menselijk gebruik te beoordelen.
Bijvoorbeeld, op het gebied van beroertes hebben experimentele medicijnen zoals diaspirine, enlimomab, selfotel en tirilazad veelbelovende resultaten opgeleverd in dierproeven. Desondanks zijn al deze medicijnen in verband gebracht met een verhoogd aantal ernstige bijwerkingen en sterfgevallen bij patiënten die ze gebruikten, in vergelijking met degenen die ze niet gebruikten.
Een ander voorbeeld is het Franse klinische onderzoek naar de veiligheid van het geneesmiddel BIA 10-2474, ontworpen voor de behandeling van diverse aandoeningen, waaronder angst, chronische pijn en neurodegeneratieve aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, bij mensen in een dagelijkse dosis van 50 mg. Ondanks succesvolle tests op muizen, ratten, honden en apen, en een goede verdraagzaamheid bij mensen bij doses tot 20 mg, resulteerde het klinische onderzoek helaas in de dood van een van de vrijwilligers en in neurologische restverschijnselen bij twee anderen in 2016. Een jaar later testen Dr. van Esbroeck en zijn collega's het medicijn op menselijke cellen. Ze ontdekten dat het medicijn verschillende eiwitten deactiveert en zo een verstoring veroorzaakt in het metabolisme van menselijke zenuwcellen. Als tests op basis van menselijke biologie waren uitgevoerd in plaats van dierproeven, had de ramp waarschijnlijk voorkomen kunnen worden.
Deze ramp volgde slechts tien jaar na het beruchte klinische onderzoek 'Elephant Man' in Northwick Park, Londen, waarbij zes jonge mannen binnen enkele minuten na het innemen van het experimentele geneesmiddel TGN1412 meervoudig orgaanfalen ervoeren. Dit medicijn, dat was ontwikkeld om leukemie, reumatoïde artritis en multiple sclerose te bestrijden, was uitgebreid getest op dieren zonder dat er enige reden tot bezorgdheid was ontstaan.
Zelfs medicijnen die klinische tests hebben doorstaan en zijn goedgekeurd, kunnen bijwerkingen en sterfgevallen veroorzaken bij gebruik door de algemene bevolking. Neem bijvoorbeeld troglitazon, dat in 1997 in de Verenigde Staten werd goedgekeurd voor de behandeling van diabetes maar in 2000 moest worden teruggetrokken na meldingen van sterfgevallen en ernstig leverfalen. Dierstudies gaven geen reden tot bezorgdheid, terwijl studies uitgevoerd op menselijke cellen en weefsels na de ramp sterke aanwijzingen toonden dat het medicijn schadelijke effecten had op de lever.
De hierboven genoemde mislukkingen zijn niet slechts een paar zeldzame gevallen tussen een groot aantal successen. Meer dan 90% van de geneesmiddelen en therapieën waarvan is aangetoond dat ze veilig en effectief zijn bij dieren, falen bij proeven op mensen omdat ze niet werken of gevaarlijke bijwerkingen veroorzaken. Verder blijkt uit onderzoek waarin gegevens over toxiciteit bij dieren en mensen voor meer dan 2000 geneesmiddelen werden geanalyseerd, dat hoewel de aanwezigheid van toxiciteit bij dieren gecorreleerd is (hoewel onbetrouwbaar) met de aanwezigheid van toxiciteit bij mensen, de afwezigheid van toxiciteit bij dierproeven geen betrouwbare voorspelling is voor de afwezigheid van toxiciteit bij mensen. Met andere woorden, dierproeven bieden geen garantie voor de bescherming van mensen.
Na tientallen jaren van onderzoek naar ziekten en mogelijke behandelingen op dieren, gevolgd door pogingen om de resultaten toe te passen op mensen, is het nu duidelijk dat deze aanpak niet bijzonder doeltreffend is. Het garandeert niet de veiligheid van medicijnen voor menselijk gebruik en veroorzaakt aanzienlijk lijden, niet alleen voor de dieren, maar ook voor patiënten die lijden aan ziekten waarvoor nog geen effectieve behandeling bestaat.
Tegenwoordig hebben we toegang tot veel geavanceerdere benaderingen gebaseerd op de menselijke biologie. Deze bieden aanzienlijke mogelijkheden om onze veiligheid te garanderen. Daarom is het nu hoog tijd om het huidige onderzoekssysteem te heroverwegen en de transitie naar proefdiervrije wetenschap te versnellen.