
Deze donderdag 24 april is Wereldproefdierendag, een dag die sinds 1979 in het teken staat van dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden. Een dag om er extra bij stil te staan dat in België jaarlijks nog meer dan 470.000 proefdieren worden gebruikt. Ter gelegenheid van deze dag heeft GAIA een rapport opgesteld, specifiek voor elke regio, met concrete aanbevelingen om het gebruik van proefdieren geleidelijk af te bouwen en de overgang naar wetenschappelijk onderzoek te versnellen.
Hoewel mensen en dieren anatomische overeenkomsten vertonen en bepaalde fysiologische processen delen, bestaan er fundamentele verschillen in onze genetische opmaak en de complexiteit van onze organen en biologische systemen. Vanwege deze belangrijke verschillen is het vaak moeilijk om resultaten uit proefdieronderzoek naar mensen te vertalen. Daarnaast worden dieren vaak gebruikt als 'ziektemodellen' om menselijke aandoeningen te bestuderen. Veel van deze ziekten komen echter zelden of nooit natuurlijk voor bij deze dieren.
Om menselijke ziekten na te bootsen, worden dieren genetisch gewijzigd, blootgesteld aan schadelijke stoffen of onderworpen aan chirurgische ingrepen. Deze manipulaties kunnen echter leiden tot een ziekteverloop dat aanzienlijk verschilt van de natuurlijke vooruitgang van dezelfde ziekte bij mensen. Menselijke ziekten ontstaan door complexe interacties tussen genetische, omgevings- en levensstijlfactoren. Diermodellen daarentegen representeren vaak slechts een vereenvoudigde versie van deze ziekten. Bovendien leven proefdieren in een sterk beperkte en kunstmatige omgeving, die sterk afwijkt van de complexiteit van interacties die mensen in hun natuurlijke omgeving ervaren. Dit beperkt de relevantie van diermodellen voor biomedisch onderzoek.
Het is dan ook niet verrassend dat meer dan 90% van de geneesmiddelen die veilig en effectief lijken in proefdieren, ongeschikt blijken voor mensen.
En laten we chemische stoffen niet vergeten. Dagelijks worden mensen blootgesteld aan talloze chemische stoffen. Het huidige systeem voor het testen van de veiligheid van deze stoffen schiet echter tekort in het effectief uitfaseren van de meest schadelijke stoffen. 70% van de chemische stoffen op de Europese markt nog niet beoordeeld is op veilig gebruik. Blootstelling aan deze stoffen kan bijvoorbeeld leiden tot luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten, allergieën en kanker.
Door de toenemende bewustzijn van dierenwelzijnskwesties en de beperkingen van dierproeven neemt de steun voor de transitie naar proefdiervrije onderzoek steeds verder toe. Proefdiervrije innovaties bieden aanzienlijke voordelen voor de mens, het dier en het milieu. Proefdiervrije innovaties hebben niet alleen het potentieel om ons begrip van menselijke biologische processen en ziekten aanzienlijk te vergroten, maar ook om de ontdekking en ontwikkeling van geneesmiddelen en therapieën te versnellen, en betere veiligheidsinformatie over chemische stoffen te leveren. Bovendien kunnen proefdiervrije methoden op de lange termijn ook aanzienlijke kostenbesparingen opleveren.
Verschillende barrières en uitdagingen belemmeren echter verdere en snellere vooruitgang. De afhankelijkheid van diermodellen in onderzoek is nog steeds diep geworteld in het huidige beleid en de praktijk. Daarnaast gaat een aanzienlijk deel van de onderzoeksfinanciering nog steeds naar studies waarbij gebruik wordt gemaakt van diermodellen, terwijl de ontwikkeling en acceptatie van innovatieve proefdiervrije technologieën en studies waarbij geen gebruik wordt gemaakt van diermodellen grotendeels ondergefinancierd blijven.
Op deze Wereldproefdierendag roept GAIA de Vlaamse, Brusselse en Waalse regeringen op om een gecoördineerde strategie te ontwikkelen die de transitie naar proefdiervrij onderzoek aanzienlijk zal versnellen. Om dit proces te ondersteunen, heeft GAIA voor elke regio een specifiek rapport opgesteld (Brussels, Vlaanderen).
Het eerste deel van elk rapport geeft een uitgebreide beschrijving van de obstakels en uitdagingen die overwonnen moeten worden om grotere en snellere vooruitgang te boeken. Het tweede deel biedt een overzicht van de kansen om deze obstakels te overwinnen en presenteert concrete aanbevelingen, ondersteund door inspirerende voorbeelden. Deze aanbevelingen kunnen dienen als een constructieve leidraad voor de Vlaamse Brusselse en Waalse regeringen maar ook voor regelgevende instanties, onderzoeksorganisaties, wetenschappers, bedrijven en onderzoeksfinanciers om het gebruik van dieren in wetenschappelijk onderzoek geleidelijk af te bouwen en de transitie naar proefdiervrij onderzoek te versnellen.
De tijd is rijp voor België om een duidelijke koerswijziging in gang te zetten en concrete en beslissende maatregelen te nemen om de regio te laten evolueren naar een innovatief, betrouwbaar en ethisch onderzoeksysteem dat volledig vrij is van dierproeven. Een toekomst gebaseerd op innovatieve, betrouwbare onderzoeksmethoden gericht op de mens is niet alleen ethisch wenselijk, maar ook wetenschappelijk en medisch noodzakelijk. Door de samenwerking tussen alle betrokken partijen te versterken en meer te investeren in proefdiervrij onderzoek, heeft België de kans om zich te positioneren als een leader op het gebied van innovatief en duurzaam onderzoek en om wetenschappelijke vooruitgang te verzoenen met respect voor dierenwelzijn. Dit draagt bij aan de bouw van een ethische en verantwoordelijke samenleving, waarin de bescherming van mens, dier en milieu een gemeenschappelijke prioriteit wordt.