
Uit recente cijfers van de Waalse overheidsdienst blijkt dat in 2023 maar liefst 176.894 dierproeven werden uitgevoerd in het Waalse Gewest. Dat is een stijging van 20% ten opzichte van vorig jaar. GAIA betreurt deze zorgwekkende trend en roept de Waalse overheid op om werk te maken van een serieus beleid dat de overstap naar proefdiervrije methoden versnelt.
Waarvoor werden deze dierproeven uitgevoerd?
Van het totaal aantal dierproeven in 2023 waren 168.932 experimenten bestemd voor wetenschappelijk onderzoek of onderwijs, terwijl 7.962 dierproeven werden uitgevoerd voor de creatie of instandhouding van genetisch gewijzigde dierlijnen. Muizen en konijnen werden het vaakst ingezet, gevolgd door zebravissen. Positief is dat er geen proeven werden uitgevoerd op niet-menselijke primaten, katten of koppotigen.
Wallonië koploper in reglementaire testen
In tegenstelling tot Vlaanderen en Brussel werden in Wallonië de meeste dierproeven uitgevoerd voor reglementaire testen en routineproducten (52%). Binnen de reglementaire testen ging 94,4% van de dierproeven naar kwaliteitscontrole, met als doel de veiligheid en effectiviteit van geneesmiddelen, vaccins en andere farmaceutische producten te garanderen. Binnen het domein van routineproducten werd 99,9% van de dierproeven uitgevoerd voor de productie van monoklonale en polyklonale antilichamen, die onder andere worden ingezet bij de behandeling van kanker en auto-immuunziekten.
Fundamenteel en toegepast onderzoek
Ongeveer 38% van de dierproeven werd uitgevoerd binnen fundamenteel onderzoek, waarbij wetenschappers zich richten op het verwerven van kennis over biologische processen zonder directe toepassing. De focus lag vooral op onderzoek naar het endocriene systeem, metabolisme, het immuunsysteem, het zenuwstelsel en kanker.
Daarnaast werd 8% van de dierproeven uitgevoerd in het kader van toegepast onderzoek, waarbij wetenschappelijke inzichten uit fundamenteel onderzoek worden omgezet naar concrete toepassingen. Hier lag de nadruk vooral op onderzoek naar zenuw- en psychische aandoeningen, infectieziekten en kanker bij mensen.
Hoeveel leed ervaren proefdieren?
Dierproeven worden ingedeeld op basis van de mate van ongerief die de dieren ondervinden. De cijfers van 2023 laten zien dat:
76% van de dieren een lichte mate van ongerief meemaakte,
16% matig ongerief onderging,
8% ernstig ongerief moest doorstaan.
Die laatste categorie omvat experimenten waarbij dieren te maken krijgen met hevige pijn, lijden of angst, of langdurig matige pijn ervaren. Ook procedures die het welzijn van dieren ernstig aantasten, vallen hieronder.
Genetische modificatie: extra risico op ongerief
Uit de cijfers blijkt dat 12,5% van de proefdieren genetisch gewijzigd was, waarvan 1% een pathologisch fenotype vertoonde. Dit betekent dat deze dieren mogelijk extra ongerief ondervonden door de genetische wijziging. Vooral muizen, maar ook ratten en zebravissen, werden genetisch gemodificeerd.
GAIA roept op tot dringende actie
GAIA betreurt de sterke stijging van het aantal dierproeven in Wallonië en benadrukt dat er vandaag de dag tal van proefdiervrije methoden beschikbaar zijn. Deze innovatieve technieken leveren niet alleen snellere resultaten op, maar bootsen ook de menselijke fysiologie en biologische processen veel nauwkeuriger na dan diermodellen.
Wallonië moet nu de ambitie tonen om concrete stappen te zetten in de overgang naar proefdiervrije methoden. GAIA dringt er dan ook op aan dat de Waalse overheid een duidelijke strategie uitwerkt om het aantal dierproeven drastisch te verminderen en alternatieve testmethoden te stimuleren.
De toekomst van wetenschappelijk onderzoek ligt in ethische en innovatieve alternatieven – het is hoog tijd dat Wallonië die uitdaging aangaat.