
Uit recente cijfers van Dierenwelzijn Vlaanderen blijkt dat in 2023 in Vlaanderen 240.833 dierproeven werden uitgevoerd, wat een daling van 9,1% betekent ten opzichte van 2022. Een zorgwekkend punt is echter de toename van het aantal dierproeven met 'ernstig' ongerief, dat met ruim 4% is gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Hoewel er in 2023 sprake is van een daling in het aantal dierproeven, is het nog te vroeg om van een structurele afname te spreken. Vlaams Dierenminister Ben Weyts streeft ernaar om van Vlaanderen een voortrekker te maken in Europa op het gebied van de afbouw van dierproeven. Om dit ambitieuze doel te bereiken, is echter een concrete strategie nodig, ondersteund door een substantieel budget.
Muizen en genetisch gewijzigde dieren domineren
In 2023 werden in Vlaanderen 206.731 dierproeven uitgevoerd voor wetenschappelijke of onderwijskundige doeleindenen 34.102 dierproeven voor het creëren of voor de instandhouding van genetisch gewijzigde lijnen. Samen komt dit neer op 240.833 dierproeven, een daling van 9,1% ten opzichte van 2022. Muizen blijven de meest gebruikte diersoort, gevolgd door zebravissen en kippen. Daarnaast werden in 2023 ook 236 honden, 214 katten en 6 rhesusapen gebruikt.
Focus op fundamenteel en toegepast onderzoek
In 2023 werd het merendeel van de dierproeven uitgevoerd binnen fundamenteel onderzoek, gericht op het vegroten van kennis zonder directe toepassingen, en toegepast onderzoek, gericht om de inzichten uit het fundamentele onderzoek te vertalen en toe te passen in de praktijk. Bij het fundamenteel onderzoek zijn de drie belangrijkste onderzoeksdomeinen kanker, het zenuwstelsel en het immuunstelsel. Bij het toegepast onderzoek zijn de belangrijkste onderzoeksdomeinen zenuwziekten en psychische aandoeningen bij mensen, kanker bij mensen en ziekten en aandoeningen van dieren, wat voor het grootste deel gaat om studies met landbouwdieren.
Reglementaire testen en opleidingen
Slechts een klein aantal dierenproeven werd uitgevoerd voor reglementaire testen en routineproducten in 2023. Reglementaire testen worden uitgevoerd binnen de kaders van regulatoire en wettelijke kaders voor de goedkeuring van chemische stoffen en geneesmiddelen. Daarnaast werd er ook een klein aantal dieren ingezet voor hoger onderwijs en opleiding voor het verwerven, op peil houden of verbeteren van beroepsvaardigheden.
Ernst van dierproeven: een verontrustend beeld
Experimentele procedures worden ingedeeld op basis van de ernst van de uitgevoerde procedure. De ernstinschatting is gebaseerd op het ongerief (pijn, lijden, angst en blijvende schade) dat een proefdier tijdens de procedure kan ervaren. In 2023 onderging 41.6% van de dieren licht ongerief, 39.5% matig ongerief en 16.5% ernstig ongerief. De laatste categorie betreft procedures waarbij de dieren waarschijnlijk een ernstige vorm van pijn, lijden of angst, dan wel langdurig een matige vorm van pijn, lijden of angst zullen ondervinden en procedures die waarschijnlijk ernstige hinder voor het welzijn of de algemene toestand van de dieren zullen opleveren.
Een zorgwekkend cijfer is de toename van ruim 4% in het aantal dierproeven met 'ernstig' ongerief in vergelijking met 2022. In 2022 stond België op de vijfde plaats binnen de EU wat betreft het aantal dierproeven met ernstig ongerief, waarvan 58% in Vlaanderen werd uitgevoerd. De cijfers tonen ook aan dat circa 34% van de gebruikte proefdieren genetisch gewijzigd was, waarvan 9% een pathologisch fenotype vertoonde. Dit betekent dat deze dieren wellicht ongerief zullen ervaren als gevolg van de genetische wijziging. Genetisch gewijzigde dieren zijn voornamelijk muizen en zebravissen.
Het laagste aantal in tien jaar, maar geen trend
Als we het uitzonderlijke coronajaar 2020 buiten beschouwing laten, toen veel laboratoria gesloten waren, is het aantal dierproeven in 2023 het laagste van de afgelopen tien jaar. Toch is het te vroeg om van een structurele afname te spreken. De aantallen schommelen jaarlijks, en hoewel er in 2023 sprake is van een daling van 9,1% ten opzichte van 2022, komt dit neer op slechts een afname van 0,2% in vergelijking met 2015.
Ben Weyts: proefdiervrij als toekomstvisie
Vlaams Dierenminister Ben Weyts streeft ernaar het aantal dierproeven verder terug te dringen in Vlaanderen en investeert daarom in proefdiervrije methoden. Een voorbeeld hiervan is de subsidie van 160.000 euro aan de KU Leuven voor de ontwikkeling van tests met organoïden.
“Vlaanderen wil binnen Europa een voortrekkersrol opnemen in de afbouw van dierproeven. Waar een alternatief bestaat, moeten we dat gebruiken. Waar geen alternatief bestaat, moeten we een alternatief uitvinden” - Ben Weyts, Vlaams minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn
Zonder duidelijke aanpak blijft vooruitgang traag
Hoewel initiatieven zoals subsidies aan de KU Leuven een stap in de goede richting zijn, blijven ze fragmentarisch. Er ontbreekt een duidelijke strategie met voldoende budget om een systematische en grootschalige overgang naar proefdiervrije wetenschap te realiseren. Zonder deze aanpak blijft de vooruitgang traag en afhankelijk van geïsoleerde inspanningen.