22.10.25
substance chimique

Een recente studie van het Helmholtz-Centrum voor Milieuonderzoek (UFZ) in Duitsland toont aan dat het publieke debat over de Europese wetgeving inzake chemische stoffen — met name de REACH-verordening — de afgelopen twintig jaar nauwelijks is veranderd.

De onderzoekers spreken van een “discursieve vergrendeling”: steeds dezelfde argumenten keren terug, zonder dat er echte vooruitgang of consensus wordt bereikt. Het gevolg? De modernisering van de regelgeving stagneert, net als de overgang naar duurzamere en ethischere aanpakken.

Twee botsende visies

 De studie identificeert twee dominante verhalen die het debat nog steeds bepalen:

  1. Het “vervuilingsnarratief”

Gedragen door ngo’s, wetenschappers en overheidsinstanties. Deze groep benadrukt de risico’s voor gezondheid en milieu die voortkomen uit de verspreiding van chemische stoffen, en pleit voor strengere, op gevaar gebaseerde regelgeving en een vermindering van het aantal gebruikte stoffen.

  1. Het “concurrentievermogen-narratief”

Verde¬digd door de chemische industrie. Volgens deze visie is de Europese regelgeving te zwaar en innovatie-onvriendelijk. Ze bepleit een op risico gebaseerde benadering en ziet chemische diversiteit als een motor voor technologische vooruitgang.

REACH-hervorming op een kruispunt

De Europese Commissie bereidt momenteel een herziening van de REACH-verordening voor — de wet die de productie en beoordeling van chemische stoffen in de EU regelt.

Deze hervorming beoogt het bestaande kader te vereenvoudigen, maar volgens de UFZ-onderzoekers blijft het moeilijk om zowel aan ecologische als economische verwachtingen te voldoen zolang het debat vastzit in deze twee onverenigbare visies.

Nieuwe beoordelingsmethoden: een gedeeld toekomstperspectief

Toch is er hoop. De ontwikkeling van nieuwe beoordelingsmethodologieën (New Approach Methodologies of NAM’s) kan een gemeenschappelijk terrein vormen.

Deze methoden, gebaseerd op in vitro-testen, computermodellen en andere innovatieve wetenschappelijke benaderingen, maken het mogelijk om de veiligheid van stoffen te beoordelen zonder gebruik te maken van dierproeven.

NAM’s bieden een unieke kans: ze kunnen zowel de gezondheid en het milieu beschermen als innovatie ondersteunen — een doel dat alle belanghebbenden delen.

Naar een ethische én wetenschappelijke transitie

De onderzoekers roepen op om ideologische reflexen te overstijgen en benadrukken dat:

  • strengere regelgeving niet noodzakelijk schadelijk is voor de economie;
  • het verminderen van chemische complexiteit niet automatisch veiligheid garandeert;
  • alternatieve methoden een gemeenschappelijke hefboom kunnen vormen om concurrentievermogen, veiligheid en dierenwelzijn te verzoenen.

Deze overgang naar alternatieve methoden wordt ondersteund door GAIA, dat pleit voor een ambitieuze hervorming van de REACH-verordening.

De Europese Unie moet de goedkeuring en regelgevende erkenning van NAM’s versnellen, om het gebruik van dierproeven drastisch te verminderen en tegelijk de betrouwbaarheid, transparantie en veiligheid van risicobeoordelingen te versterken.

Wetenschap en ethiek hand in hand

Een veeleisende regelgeving remt de economie niet af — ze stimuleert verantwoorde innovatie en moedigt bedrijven aan veilige en duurzame oplossingen te ontwikkelen.

Door wetenschap en ethiek centraal te stellen in haar beleidsagenda kan de Europese Unie uitgroeien tot een mondiaal model van geïntegreerde bescherming — voor de mens, het milieu en de dieren.

 

Bron:

Chemical Watch News & Insight — “EU chemicals legislation debate failing to evolve, German study suggests”, 6 oktober 2025.